Vertaling van to close
I close
you close
we close
ik sluit
jij sluit
wij sluiten
» meer vervoegingen van sluiten
I close
you close
we close
ik sluit
jij sluit
wij sluiten
» meer vervoegingen van sluiten
lamleggen
platgooien
stilleggen
I close
you close
we close
ik leg plat
jij legt plat
wij leggen plat
» meer vervoegingen van platleggen
they close
zij gaan dicht
» meer vervoegingen van dichtgaan
dichten
toedoen
dichtdoen
dichtmaken
I close
you close
we close
ik sluit
jij sluit
wij sluiten
» meer vervoegingen van sluiten
I close
you close
we close
ik sluit
jij sluit
wij sluiten
» meer vervoegingen van sluiten
I close
you close
we close
ik sluit af
jij sluit af
wij sluiten af
» meer vervoegingen van afsluiten
platliggen
I close
you close
we close
ik lig stil
jij ligt stil
wij liggen stil
» meer vervoegingen van stilliggen
they close
zij vallen dicht
» meer vervoegingen van dichtvallen
I close
you close
we close
ik luik
jij luikt
wij luiken
» meer vervoegingen van luiken
Voorbeelden in zinsverband
I asked Tom to close the door.
Ik vroeg Tom om de deur dicht te doen.
would you be so kind to close the window?
Wilt ge zo goed zijn het venster te sluiten?
The director of the school wants to close the canteen and create a new recreation room for the students.
De directeur van de school wil de kantine sluiten en een nieuwe recreatieruimte creëren voor de studenten.