Vertaling van to come

Inhoud:

Engels
Nederlands
to come, to derive, to originate, to result, to accrue, to stem, to spring {ww.}
voortkomen
het gevolg zijn van
ontspruiten
afstammen 

I come
you come
we come

ik kom voort
jij komt voort
wij komen voort
» meer vervoegingen van voortkomen

to come {ww.}
komen 

I come
you come
we come

ik kom
jij komt
wij komen
» meer vervoegingen van komen

Dreams sometimes come true.
Soms komen dromen uit.
Dreams come true.
Dromen komen uit.
to advance, to approach, to come on, to come, to accost {ww.}
gaan naar
benaderen 
naderen 
genaken
aanpakken 

I come
you come
we come

ik benader
jij benadert
wij benaderen
» meer vervoegingen van benaderen

We're going to the movies. Come with us.
We gaan naar de film. Kom gezellig mee.
to have an orgasm, to come {ww.}
een orgasme krijgen
klaarkomen

I come
you come
we come

ik kom klaar
jij komt klaar
wij komen klaar
» meer vervoegingen van klaarkomen

to come, to derive, to descend {ww.}
spruiten
afstammen

I come
you come
we come

ik spruit
jij spruit
wij spruiten
» meer vervoegingen van spruiten

to come {ww.}
komen
klaarkomen

I come
you come
we come

ik kom
jij komt
wij komen
» meer vervoegingen van komen

She will come soon.
Ze zal straks komen.
Will the police come?
Zal de politie komen?
to come, to do, to fare, to get along, to make out {ww.}
redden

I come
you come
we come

ik red
jij redt
wij redden
» meer vervoegingen van redden

to arrive, to come, to get {ww.}
komen
binnenkomen
aankomen
arriveren

I come
you come
we come

ik kom
jij komt
wij komen
» meer vervoegingen van komen

The letter will arrive tomorrow.
De brief zal morgen aankomen.
Might I come in?
Mag ik binnenkomen?

Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

He is sure to come.

Ik weet zeker dat hij komt.

I'd like to come along.

Ik zou graag meekomen.

Ask Tom to come tomorrow.

Vraag Tom morgen te komen.

You didn't need to come.

Je hoefde niet te komen.

I want you to come with me.

Ik wil dat je met me meegaat.

Don't you want to come along?

Wil je niet met me mee?

You will have to come tomorrow.

Ge zult morgen moeten komen.

He may be able to come tomorrow.

Misschien kan hij morgen komen.

Do you want to come along?

Wil je meekomen?

He promised me to come at four.

Hij beloofde me om vier uur te zullen komen.

He promised me to come early.

Hij beloofde me om vroeg te komen.

You don't have to come tomorrow.

Jullie moeten niet komen morgen.

I didn't ask Tom to come here.

Ik vroeg Tom niet hiernaartoe te komen.

I'll invite whoever wants to come.

Ik nodig iedereen uit die wil komen.

Would you like to come to my party?

Wil je naar mijn feestje komen?


Gerelateerd aan to come

come - derive - originate - result - accrue - stem - spring - advance - approach - come on - accost - have an orgasm - descend - do - farearise - gratify - can - displace