Vertaling van to come
I come
you come
we come
ik kom voort
jij komt voort
wij komen voort
» meer vervoegingen van voortkomen
I come
you come
we come
ik kom
jij komt
wij komen
» meer vervoegingen van komen
I come
you come
we come
ik benader
jij benadert
wij benaderen
» meer vervoegingen van benaderen
klaarkomen
I come
you come
we come
ik kom klaar
jij komt klaar
wij komen klaar
» meer vervoegingen van klaarkomen
afstammen
I come
you come
we come
ik spruit
jij spruit
wij spruiten
» meer vervoegingen van spruiten
klaarkomen
I come
you come
we come
ik kom
jij komt
wij komen
» meer vervoegingen van komen
I come
you come
we come
ik red
jij redt
wij redden
» meer vervoegingen van redden
binnenkomen
aankomen
arriveren
I come
you come
we come
ik kom
jij komt
wij komen
» meer vervoegingen van komen
Voorbeelden in zinsverband
He is sure to come.
Ik weet zeker dat hij komt.
I'd like to come along.
Ik zou graag meekomen.
Ask Tom to come tomorrow.
Vraag Tom morgen te komen.
You didn't need to come.
Je hoefde niet te komen.
I want you to come with me.
Ik wil dat je met me meegaat.
Don't you want to come along?
Wil je niet met me mee?
You will have to come tomorrow.
Ge zult morgen moeten komen.
He may be able to come tomorrow.
Misschien kan hij morgen komen.
Do you want to come along?
Wil je meekomen?
He promised me to come at four.
Hij beloofde me om vier uur te zullen komen.
He promised me to come early.
Hij beloofde me om vroeg te komen.
You don't have to come tomorrow.
Jullie moeten niet komen morgen.
I didn't ask Tom to come here.
Ik vroeg Tom niet hiernaartoe te komen.
I'll invite whoever wants to come.
Ik nodig iedereen uit die wil komen.
Would you like to come to my party?
Wil je naar mijn feestje komen?