Vertaling van to communicate

Inhoud:

Engels
Nederlands
to communicate, to report, to impart, to put across, to get across {ww.}
voortzeggen
mededelen 
meedelen
berichten 

I communicate
you communicate
we communicate

ik zeg voort
jij zegt voort
wij zeggen voort
» meer vervoegingen van voortzeggen

to communicate {ww.}
communiceren
ineenlopen

I communicate
you communicate
we communicate

ik communiceer
jij communiceert
wij communiceren
» meer vervoegingen van communiceren

We use words to communicate.
Wij gebruiken woorden om te communiceren.
to communicate {ww.}
communiceren

I communicate
you communicate
we communicate

ik communiceer
jij communiceert
wij communiceren
» meer vervoegingen van communiceren

to communicate, to pass, to pass along, to pass on, to put across {ww.}
doorvertellen

I communicate
you communicate
we communicate

ik vertel door
jij vertelt door
wij vertellen door
» meer vervoegingen van doorvertellen

to communicate, to pass, to pass along, to pass on, to put across {ww.}
doorgeven

I communicate
you communicate
we communicate

ik geef door
jij geeft door
wij geven door
» meer vervoegingen van doorgeven

to communicate, to pass, to pass along, to pass on, to put across {ww.}
overzetten
overvaren

I communicate
you communicate
we communicate

ik zet over
jij zet over
wij zetten over
» meer vervoegingen van overzetten

to commune, to communicate {ww.}
communiceren

I communicate
you communicate
we communicate

ik communiceer
jij communiceert
wij communiceren
» meer vervoegingen van communiceren



Gerelateerd aan to communicate

communicate - report - impart - put across - get across - pass - pass along - pass on - communenarrate - tell - cover - carry - have