Vertaling van to consume
slopen
verbruiken
verorberen
verteren
I consume
you consume
we consume
ik consumeer
jij consumeert
wij consumeren
» meer vervoegingen van consumeren
opeten
I consume
you consume
we consume
ik verorber
jij verorbert
wij verorberen
» meer vervoegingen van verorberen
opstoken
stoken
I consume
you consume
we consume
ik brand op
jij brandt op
wij branden op
» meer vervoegingen van opbranden
I consume
you consume
we consume
ik verteer
jij verteert
wij verteren
» meer vervoegingen van verteren
verbrassen
I consume
you consume
we consume
ik soupeer op
jij soupeert op
wij souperen op
» meer vervoegingen van opsouperen
verbruiken
I consume
you consume
we consume
ik verbrand
jij verbrandt
wij verbranden
» meer vervoegingen van verbranden
I consume
you consume
we consume
ik hol uit
jij holt uit
wij hollen uit
» meer vervoegingen van uithollen
I consume
you consume
we consume
ik bedien
jij bedient
wij bedienen
» meer vervoegingen van bedienen
I consume
you consume
we consume
ik blow
jij blowt
wij blowen
» meer vervoegingen van blowen
ontfermen
nemen
gebruiken
consumeren
I consume
you consume
we consume
ik nuttig
jij nuttigt
wij nuttigen
» meer vervoegingen van nuttigen
I consume
you consume
we consume
ik pak
jij pakt
wij pakken
» meer vervoegingen van pakken
they consume
zij potverteren
» meer vervoegingen van potverteren
I consume
you consume
we consume
ik ren door
jij rent door
wij rennen door
» meer vervoegingen van doorrennen
I consume
you consume
we consume
ik eet op
jij eet op
wij eten op
» meer vervoegingen van opeten