Vertaling van to cry
wenen
schreien
krijten
I cry
you cry
we cry
ik huil
jij huilt
wij huilen
» meer vervoegingen van huilen
I cry
you cry
we cry
ik schreeuw
jij schreeuwt
wij schreeuwen
» meer vervoegingen van schreeuwen
tranen
traanogen
I cry
you cry
we cry
ik huil
jij huilt
wij huilen
» meer vervoegingen van huilen
huilen
I cry
you cry
we cry
ik brul
jij brult
wij brullen
» meer vervoegingen van brullen
I cry
you cry
we cry
ik schreeuw
jij schreeuwt
wij schreeuwen
» meer vervoegingen van schreeuwen
I cry
you cry
we cry
ik druppel
jij druppelt
wij druppelen
» meer vervoegingen van druppelen
krijten
schreien
wenen
huilen
I cry
you cry
we cry
ik jank
jij jankt
wij janken
» meer vervoegingen van janken
they cry
zij tranen
» meer vervoegingen van tranen
I cry
you cry
we cry
ik grien
jij grient
wij grienen
» meer vervoegingen van grienen
uitschreeuwen
uitroepen
I cry
you cry
we cry
ik exclameer
jij exclameert
wij exclameren
» meer vervoegingen van exclameren
I cry
you cry
we cry
ik jubel uit
jij jubelt uit
wij jubelen uit
» meer vervoegingen van uitjubelen
blèren
I cry
you cry
we cry
ik schreeuw
jij schreeuwt
wij schreeuwen
» meer vervoegingen van schreeuwen
I cry
you cry
we cry
ik roep af
jij roept af
wij roepen af
» meer vervoegingen van afroepen
I cry
you cry
we cry
ik schreeuw
jij schreeuwt
wij schreeuwen
» meer vervoegingen van schreeuwen
Voorbeelden in zinsverband
I began to cry.
Ik begon te huilen.
You began to cry.
Je begon te huilen.
I started to cry.
Ik barstte in tranen uit.
He began to cry.
Hij begon te huilen.
She turned and began to cry.
Ze draaide zich om en begon te wenen.
Left alone, the little girl began to cry.
Alleen gelaten begon het kleine meisje te huilen.