Vertaling van to distinguish
onderscheid maken tussen
onderkennen
I distinguish
you distinguish
we distinguish
ik onderscheid
jij onderscheidt
wij onderscheiden
» meer vervoegingen van onderscheiden
onderscheid maken
I distinguish
you distinguish
we distinguish
ik differentieer
jij differentieert
wij differentiëren
» meer vervoegingen van differentiëren
I distinguish
you distinguish
we distinguish
ik onderscheid
jij onderscheidt
wij onderscheiden
» meer vervoegingen van onderscheiden
tekenen
kenmerken
kentekenen
kenschetsen
karakteriseren
I distinguish
you distinguish
we distinguish
ik typeer
jij typeert
wij typeren
» meer vervoegingen van typeren
decoreren
I distinguish
you distinguish
we distinguish
ik onderscheid
jij onderscheidt
wij onderscheiden
» meer vervoegingen van onderscheiden
I distinguish
you distinguish
we distinguish
ik onderken
jij onderkent
wij onderkennen
» meer vervoegingen van onderkennen
Voorbeelden in zinsverband
Reality and fantasy are hard to distinguish.
Realiteit en fantasie zijn moeilijk te onderscheiden.
To distinguish right from wrong is difficult.
Het is moeilijk om goed van fout te onderscheiden.
It is not always easy to distinguish the Japanese from the Chinese.
Het is niet altijd makkelijk om Japans en Chinees uit elkaar te houden.
You must educate your tongue to distinguish good coffee from bad.
Je moet je tong leren om goede koffie van slechte te onderscheiden.
It seems that it's impossible to distinguish an obsessional neurosis from an intense love from a biochemical perspective.
Het lijkt onmogelijk te zijn om een obsessieve neurose van een intense liefde te onderscheiden vanuit een biochemisch perspectief.