Vertaling van to end

Inhoud:

Engels
Nederlands
to end, to finish, to terminate, to conclude {ww.}
beëindigen
afmaken 
voleindigen
uitmaken 
besluiten 
afsluiten 

I end
you end
we end

ik beëindig
jij beëindigt
wij beëindigen
» meer vervoegingen van beëindigen

I will finish this work somehow.
Ik zal dit werk op een of andere manier afmaken.
I suggested that we end the meeting.
Ik stelde voor de vergadering te beëindigen.
to end, to lift, to recall, to rescind, to revoke {ww.}
terugroepen

I end
you end
we end

ik roep terug
jij roept terug
wij roepen terug
» meer vervoegingen van terugroepen

to come to an end, to end, to end up, to expire, to conclude, to finish {ww.}
uitraken
verlopen
uitlopen
uitgaan 
ophouden
eindigen
aflopen 

I end
you end
we end

ik raak uit
jij raakt uit
wij raken uit
» meer vervoegingen van uitraken

to cease, to stop, to end, to quit, to abate {ww.}
stoppen 
ophouden
wijken
uitscheiden
aflaten

I end
you end
we end

ik stop
jij stopt
wij stoppen
» meer vervoegingen van stoppen

Let's quit.
Laat ons ophouden.
You must quit smoking.
Ge moet stoppen met roken.
to halt, to stop, to end, to hold, to obstruct, to stem, to stay, to stall, to arrest {ww.}
stoppen 
aanhouden 
stuiten
stilzetten
stilleggen
keren

I end
you end
we end

ik stop
jij stopt
wij stoppen
» meer vervoegingen van stoppen

You should stop drinking.
Je moet stoppen met drinken.
I couldn't stop Tom.
Ik kon Tom niet stoppen.
to stop, to discontinue, to end, to halt, to lift, to prorogue, to quell, to staunch, to abate {ww.}
stoppen 
staken
stelpen
stopzetten
opheffen
opbreken
afbreken 

I end
you end
we end

ik stop
jij stopt
wij stoppen
» meer vervoegingen van stoppen

I cannot stop the bleeding.
Ik kan het bloeden niet stelpen.
You must stop smoking.
Ge moet stoppen met roken.


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

This is never going to end.

Hier komt nooit een eind aan.

You are living a dream, and the dream is about to end.

Je beleeft een droom, en de droom eindigt bijna.


Gerelateerd aan to end

end - finish - terminate - conclude - lift - recall - rescind - revoke - come to an end - end up - expire - cease - stop - quit - abate