Vertaling van to flash

Inhoud:

Engels
Nederlands
to flash, to blink {ww.}
flitsen
gloren
flikkeren

I flash
you flash
we flash

ik flits
jij flitst
wij flitsen
» meer vervoegingen van flitsen

to flash {ww.}
vendelzwaaien
vaandelzwaaien
to flash, to flaunt, to ostentate, to show off, to swank {ww.}
etaleren

I flash
you flash
we flash

ik etaleer
jij etaleert
wij etaleren
» meer vervoegingen van etaleren

to flash, to flaunt, to ostentate, to show off, to swank {ww.}
uitpakken
pronken

I flash
you flash
we flash

ik pak uit
jij pakt uit
wij pakken uit
» meer vervoegingen van uitpakken

to flash {ww.}
streaken
flitsen

I flash
you flash
we flash

ik streak
jij streakt
wij streaken
» meer vervoegingen van streaken

to flash, to flaunt, to ostentate, to show off, to swank {ww.}
prijken

they flash

zij prijken
» meer vervoegingen van prijken

to dart, to dash, to flash, to scoot, to scud, to shoot {ww.}
flitsen

I flash
you flash
we flash

ik flits
jij flitst
wij flitsen
» meer vervoegingen van flitsen



Gerelateerd aan to flash

flash - blink - flaunt - ostentate - show off - swank - dart - dash - scoot - scud - shootbrandish - announce - appear - run - be - beam