Vertaling van to hear
I hear
you hear
we hear
ik hoor
jij hoort
wij horen
» meer vervoegingen van horen
I hear
you hear
we hear
ik verneem
jij verneemt
wij vernemen
» meer vervoegingen van vernemen
I hear
you hear
we hear
ik hoor
jij hoort
wij horen
» meer vervoegingen van horen
I hear
you hear
we hear
ik hoor
jij hoort
wij horen
» meer vervoegingen van horen
I hear
you hear
we hear
ik vind uit
jij vindt uit
wij vinden uit
» meer vervoegingen van uitvinden
vernemen
I hear
you hear
we hear
ik hoor
jij hoort
wij horen
» meer vervoegingen van horen
I hear
you hear
we hear
ik ontdek
jij ontdekt
wij ontdekken
» meer vervoegingen van ontdekken
Voorbeelden in zinsverband
I'm sorry to hear that.
Het spijt me dat te horen.
I'm glad to hear that.
Dat hoor ik graag.
I don't want to hear any complaints.
Ik wil geen klachten horen.
I'm very sorry to hear that.
Het spijt me erg om dat te horen.
I don't want to hear any slurping.
Ik wil geen geslurp horen.
I am sorry to hear that.
Het spijt me dat te horen.
She pretended not to hear me.
Ze deed alsof ze me niet hoorde.
She pretended not to hear him.
Ze deed of ze hem niet hoorde.
He would be glad to hear that.
Hij zou blij zijn dat te horen.
Tom wants to hear both sides of the story.
Tom wil beide kanten van het verhaal horen.
I don't want to hear your lame excuses.
Ik wil je slappe smoesjes niet horen.
It was a relief to hear the news.
Het was een opluchting om het nieuws te horen.
Are you ready to hear the bad news?
Ben je klaar om het slechte nieuws te horen?
I was relieved to hear that he was alive.
Ik was opgelucht te horen dat ze in leven was.
I was astonished to hear what had happened.
Ik was verwonderd wanneer ik hoorde wat er gebeurt was.