Vertaling van to judge

Inhoud:

Engels
Nederlands
to judge, to adjudicate {ww.}
beoordelen 

I judge
you judge
we judge

ik beoordeel
jij beoordeelt
wij beoordelen
» meer vervoegingen van beoordelen

to judge, to rule, to try, to adjudge, to adjudicate {ww.}
vonnissen
oordelen
beoordelen 
berechten

I judge
you judge
we judge

ik vonnis
jij vonnist
wij vonnissen
» meer vervoegingen van vonnissen

to appraise, to estimate, to rate, to assay, to assess, to evaluate, to gauge, to judge, to value {ww.}
waarderen 
schatten 
taxeren
begroten

I judge
you judge
we judge

ik waardeer
jij waardeert
wij waarderen
» meer vervoegingen van waarderen

to adjudicate, to judge, to try {ww.}
arbitreren

I judge
you judge
we judge

ik arbitreer
jij arbitreert
wij arbitreren
» meer vervoegingen van arbitreren

to evaluate, to judge, to pass judgment {ww.}
ontvangen
bezien
aankijken
beschouwen
beoordelen
bekijken
zien
inschatten

I judge
you judge
we judge

ik ontvang
jij ontvangt
wij ontvangen
» meer vervoegingen van ontvangen

to approximate, to estimate, to gauge, to guess, to judge {ww.}
benaderen

I judge
you judge
we judge

ik benader
jij benadert
wij benaderen
» meer vervoegingen van benaderen

to evaluate, to judge, to pass judgment {ww.}
oordelen

I judge
you judge
we judge

ik oordeel
jij oordeelt
wij oordelen
» meer vervoegingen van oordelen

to approximate, to estimate, to gauge, to guess, to judge {ww.}
raden
gissen

I judge
you judge
we judge

ik raad
jij raadt
wij raden
» meer vervoegingen van raden

You can probably guess what happens though.
Je kunt waarschijnlijk wel raden wat er gaat gebeuren.
Although you can probably guess what's happening.
Ook al kan je waarschijnlijk raden wat er gaande is.
to approximate, to estimate, to gauge, to guess, to judge {ww.}
uitlaten
beoordelen

I judge
you judge
we judge

ik laat uit
jij laat uit
wij laten uit
» meer vervoegingen van uitlaten

to adjudicate, to judge, to try {ww.}
jureren

I judge
you judge
we judge

ik jureer
jij jureert
wij jureren
» meer vervoegingen van jureren



Gerelateerd aan to judge

judge - adjudicate - rule - try - adjudge - appraise - estimate - rate - assay - assess - evaluate - gauge - value - pass judgment - approximateevaluate - cerebrate - measure - calculate - determine - surmise - say