Vertaling van to meet
I meet
you meet
we meet
ik spreek af
jij spreekt af
wij spreken af
» meer vervoegingen van afspreken
elkaar tegenkomen
vergaderen
I meet
you meet
we meet
ik vergader
jij vergadert
wij vergaderen
» meer vervoegingen van vergaderen
komen halen
afhalen
I meet
you meet
we meet
ik haal op
jij haalt op
wij halen op
» meer vervoegingen van ophalen
I meet
you meet
we meet
ik ontmoet
jij ontmoet
wij ontmoeten
» meer vervoegingen van ontmoeten
I meet
you meet
we meet
ik kom samen
jij komt samen
wij komen samen
» meer vervoegingen van samenkomen
I meet
you meet
we meet
ik voltrek
jij voltrekt
wij voltrekken
» meer vervoegingen van voltrekken
Voorbeelden in zinsverband
Nice to meet you.
Aangenaam kennis te maken.
Nice to meet you, Ken.
Blij u te leren kennen, Ken.
I'd like to meet Tom.
Ik wil Tom graag ontmoeten.
Everyone wants to meet you. You're famous!
Iedereen wil je ontmoeten, je bent beroemd!
She is anxious to meet you.
Ze staat te popelen om jou te ontmoeten.
Nice to meet you!
Leuk je te ontmoeten!
A person named Itoh wants to meet you.
Een persoon genaamd Itoh wil jou ontmoeten.
I would like you to meet a friend of mine.
Ik zou je willen laten kennismaken met een vriend van mij.
Ken went to the park to meet Yumi.
Ken ging naar het park om Yumi te ontmoeten.
Pleased to meet you. I am an anteater.
Fijn u te ontmoeten. Ik ben een miereneter.
It's rare to meet nice people like you.
Zulke aardige mensen als jou kom je maar zelden tegen.
We happened to meet her in the park.
We hebben haar toevallig ontmoet in het park.
I wouldn't like to meet him in a dark place.
Ik zou hem niet willen ontmoeten in een donkere plaats.
Do not forget to meet me at the station.
Vergeet niet mij aan het station te ontmoeten.
I regret missing the chance to meet her.
Het spijt mij dat ik de kans gemist heb haar te ontmoeten.