Vertaling van to meet

Inhoud:

Engels
Nederlands
to meet, to assemble {ww.}
afspreken 

I meet
you meet
we meet

ik spreek af
jij spreekt af
wij spreken af
» meer vervoegingen van afspreken

to meet {ww.}
elkaar ontmoeten
elkaar tegenkomen
Let's meet in front of the theater.
Laten we elkaar ontmoeten voor het theater.
to meet {ww.}
zitting houden
vergaderen

I meet
you meet
we meet

ik vergader
jij vergadert
wij vergaderen
» meer vervoegingen van vergaderen

to meet, to pick up, to take up {ww.}
ophalen
komen halen
afhalen

I meet
you meet
we meet

ik haal op
jij haalt op
wij halen op
» meer vervoegingen van ophalen

to come across, to encounter, to meet {ww.}
ontmoeten 
treffen 
tegenkomen
tegemoet treden
aantreffen 

I meet
you meet
we meet

ik ontmoet
jij ontmoet
wij ontmoeten
» meer vervoegingen van ontmoeten

I'd like to meet Tom.
Ik wil Tom graag ontmoeten.
We will eventually meet today.
Uiteindelijk zullen we elkaar vandaag ontmoeten.
to assemble, to congregate, to gather, to meet, to convene {ww.}
samenkomen
vergaderen
bijeenkomen 

I meet
you meet
we meet

ik kom samen
jij komt samen
wij komen samen
» meer vervoegingen van samenkomen

Let's meet the day after tomorrow.
Laten we overmorgen samenkomen.
to accomplish, to achieve, to keep, to observe, to perform, to exercise, to fulfil, to meet, to execute, to abide, to abide by {ww.}
voltrekken
vervullen
verrichten
uitvoeren 
naleven
nakomen

I meet
you meet
we meet

ik voltrek
jij voltrekt
wij voltrekken
» meer vervoegingen van voltrekken



Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

Nice to meet you.

Aangenaam kennis te maken.

Nice to meet you, Ken.

Blij u te leren kennen, Ken.

I'd like to meet Tom.

Ik wil Tom graag ontmoeten.

Everyone wants to meet you. You're famous!

Iedereen wil je ontmoeten, je bent beroemd!

She is anxious to meet you.

Ze staat te popelen om jou te ontmoeten.

Nice to meet you!

Leuk je te ontmoeten!

A person named Itoh wants to meet you.

Een persoon genaamd Itoh wil jou ontmoeten.

I would like you to meet a friend of mine.

Ik zou je willen laten kennismaken met een vriend van mij.

Ken went to the park to meet Yumi.

Ken ging naar het park om Yumi te ontmoeten.

Pleased to meet you. I am an anteater.

Fijn u te ontmoeten. Ik ben een miereneter.

It's rare to meet nice people like you.

Zulke aardige mensen als jou kom je maar zelden tegen.

We happened to meet her in the park.

We hebben haar toevallig ontmoet in het park.

I wouldn't like to meet him in a dark place.

Ik zou hem niet willen ontmoeten in een donkere plaats.

Do not forget to meet me at the station.

Vergeet niet mij aan het station te ontmoeten.

I regret missing the chance to meet her.

Het spijt mij dat ik de kans gemist heb haar te ontmoeten.


Gerelateerd aan to meet

meet - assemble - pick up - take up - come across - encounter - congregate - gather - convene - accomplish - achieve - keep - observe - perform - exercise