Vertaling van to oblige
Inhoud:
Engels
Nederlands
to oblige {ww.}
aan zich verplichten
to deign, to be so good as to, to oblige, to appease {ww.}
welwillend zijn
gelieven
gelieven
I oblige
you oblige
we oblige
ik gelief
jij gelieft
wij gelieven
» meer vervoegingen van gelieven
to compel, to force, to constrain, to mandate, to necessitate, to oblige, to require {ww.}
dwingen
verplichten
noodzaken
verplichten
noodzaken
I oblige
you oblige
we oblige
ik dwing
jij dwingt
wij dwingen
» meer vervoegingen van dwingen
I will never force you to marry him.
Ik zal je nooit dwingen om met hem te trouwen.
You can't force me to do anything I don't want to do.
Je kan me niet dwingen iets te doen wat ik niet wil.
to bind, to hold, to obligate, to oblige {ww.}
verplichtend
verplichten
verplichten
I oblige
you oblige
we oblige
ik verplicht
jij verplicht
wij verplichten
» meer vervoegingen van verplichten
to compel, to obligate, to oblige {ww.}
nopen
noodzaken
noodzaken
I oblige
you oblige
we oblige
ik noop
jij noopt
wij nopen
» meer vervoegingen van nopen
to compel, to obligate, to oblige {ww.}
forceren
verplichten
verplichten
I oblige
you oblige
we oblige
ik forceer
jij forceert
wij forceren
» meer vervoegingen van forceren