Vertaling van to pass
I pass
you pass
we pass
ik breng door
jij brengt door
wij brengen door
» meer vervoegingen van doorbrengen
I pass
you pass
we pass
ik verstrijk
jij verstrijkt
wij verstrijken
» meer vervoegingen van verstrijken
doortrekken
doorkomen
I pass
you pass
we pass
ik maak door
jij maakt door
wij maken door
» meer vervoegingen van doormaken
voorbijlopen
passeren
langsgaan
I pass
you pass
we pass
ik ga voorbij
jij gaat voorbij
wij gaan voorbij
» meer vervoegingen van voorbijgaan
I pass
you pass
we pass
ik haal door
jij haalt door
wij halen door
» meer vervoegingen van doorhalen
I pass
you pass
we pass
ik slaag
jij slaagt
wij slagen
» meer vervoegingen van slagen
oversteken
overgaan
I pass
you pass
we pass
ik overloop
jij overloopt
wij overlopen
» meer vervoegingen van overlopen
I pass
you pass
we pass
ik haal in
jij haalt in
wij halen in
» meer vervoegingen van inhalen
passeren
voorbijrijden
inhalen
I pass
you pass
we pass
ik vaar voorbij
jij vaart voorbij
wij varen voorbij
» meer vervoegingen van voorbijvaren
I pass
you pass
we pass
ik geef aan
jij geeft aan
wij geven aan
» meer vervoegingen van aangeven
Voorbeelden in zinsverband
I studied really hard in order to pass the exam.
Ik heb heel hard geleerd om het examen te halen.
I studied really hard so as to pass the exam.
Ik heb heel hard geleerd om het examen te kunnen halen.
I stopped and waited for the car to pass.
Ik stopte, en wachtte tot de auto voorbij was.