Vertaling van to reconcile

Inhoud:

Engels
Nederlands
to reconcile {ww.}
zich verzoenen

I reconcile

to bring into agreement, to reconcile, to square, to bring into accord, to accommodate, to conciliate {ww.}
tot overeenstemming brengen
in overeenstemming brengen
rijmen
verbroederen

I reconcile
you reconcile
we reconcile

ik rijm
jij rijmt
wij rijmen
» meer vervoegingen van rijmen

to bring into agreement, to reconcile, to square, to bring into accord, to accommodate, to conciliate {ww.}
tot overeenstemming brengen
rijmen
bijpassen
in overeenstemming brengen
bijbetalen

I reconcile
you reconcile
we reconcile

ik rijm
jij rijmt
wij rijmen
» meer vervoegingen van rijmen

to accommodate, to reconcile {ww.}
verzoenen

I reconcile
you reconcile
we reconcile

ik verzoen
jij verzoent
wij verzoenen
» meer vervoegingen van verzoenen

to reconcile, to resign, to submit {ww.}
resigneren

I reconcile
you reconcile
we reconcile

ik resigneer
jij resigneert
wij resigneren
» meer vervoegingen van resigneren

to reconcile, to resign, to submit {ww.}
voorleggen

I reconcile
you reconcile
we reconcile

ik leg voor
jij legt voor
wij leggen voor
» meer vervoegingen van voorleggen

to reconcile, to resign, to submit {ww.}
schikken
verzoenen
berusten
neerleggen
stellen
resigneren

I reconcile
you reconcile
we reconcile

ik schik
jij schikt
wij schikken
» meer vervoegingen van schikken

to conciliate, to make up, to patch up, to reconcile, to settle {ww.}
reconciliëren
conciliëren
herenigen
verzoenen

I reconcile
you reconcile
we reconcile

ik reconcilieer
jij reconcilieert
wij reconciliëren
» meer vervoegingen van reconciliëren

to conciliate, to make up, to patch up, to reconcile, to settle {ww.}
verzoenen
goedmaken

I reconcile
you reconcile
we reconcile

ik verzoen
jij verzoent
wij verzoenen
» meer vervoegingen van verzoenen

to harmonise, to harmonize, to reconcile {ww.}
harmoniseren

I reconcile
you reconcile
we reconcile

ik harmoniseer
jij harmoniseert
wij harmoniseren
» meer vervoegingen van harmoniseren

to conciliate, to make up, to patch up, to reconcile, to settle {ww.}
verzoenen

I reconcile
you reconcile
we reconcile

ik verzoen
jij verzoent
wij verzoenen
» meer vervoegingen van verzoenen

to conciliate, to make up, to patch up, to reconcile, to settle {ww.}
bijleggen

I reconcile
you reconcile
we reconcile

ik leg bij
jij legt bij
wij leggen bij
» meer vervoegingen van bijleggen