Vertaling van to repair
I repair
you repair
we repair
ik repareer
jij repareert
wij repareren
» meer vervoegingen van repareren
I repair
you repair
we repair
ik repareer
jij repareert
wij repareren
» meer vervoegingen van repareren
I repair
you repair
we repair
ik herstel
jij herstelt
wij herstellen
» meer vervoegingen van herstellen
I repair
you repair
we repair
ik verhelp
jij verhelpt
wij verhelpen
» meer vervoegingen van verhelpen
I repair
you repair
we repair
ik reactiveer
jij reactiveert
wij reactiveren
» meer vervoegingen van reactiveren
rechttrekken
rectificeren
rechtbreien
I repair
you repair
we repair
ik zet recht
jij zet recht
wij zetten recht
» meer vervoegingen van rechtzetten
schadeloosstellen
I repair
you repair
we repair
ik indemniseer
jij indemniseert
wij indemniseren
» meer vervoegingen van indemniseren
verstellen
I repair
you repair
we repair
ik lap
jij lapt
wij lappen
» meer vervoegingen van lappen
retribueren
vergoeden
I repair
you repair
we repair
ik bonificeer
jij bonificeert
wij bonificeren
» meer vervoegingen van bonificeren
I repair
you repair
we repair
ik boet
jij boet
wij boeten
» meer vervoegingen van boeten
vijlen
I repair
you repair
we repair
ik dokter
jij doktert
wij dokteren
» meer vervoegingen van dokteren
repareren
herstellen
maken
I repair
you repair
we repair
ik redresseer
jij redresseert
wij redresseren
» meer vervoegingen van redresseren
opknappen
opkalefateren
I repair
you repair
we repair
ik lap op
jij lapt op
wij lappen op
» meer vervoegingen van oplappen
herleven
herrijzen
opbloeien
I repair
you repair
we repair
ik leef op
jij leeft op
wij leven op
» meer vervoegingen van opleven
I repair
you repair
we repair
ik lijm
jij lijmt
wij lijmen
» meer vervoegingen van lijmen
Voorbeelden in zinsverband
I got my son to repair the door.
Ik liet mijn zoon de deur repareren.
It is cheaper to repair the bike than to buy a new one.
Het is goedkoper om de fiets te repareren dan een nieuwe te kopen.