Vertaling van to repel
I repel
you repel
we repel
ik stoot weg
jij stoot weg
wij stoten weg
» meer vervoegingen van wegstoten
I repel
you repel
we repel
ik stoot af
jij stoot af
wij stoten af
» meer vervoegingen van afstoten
wegdrijven
verdrijven
verjagen
uitdrijven
I repel
you repel
we repel
ik jaag weg
jij jaagt weg
wij jagen weg
» meer vervoegingen van wegjagen
tegenstaan
I repel
you repel
we repel
ik steek tegen
jij steekt tegen
wij steken tegen
» meer vervoegingen van tegensteken
I repel
you repel
we repel
ik rijd terug
jij rijdt terug
wij rijden terug
» meer vervoegingen van terugrijden
afstoten
I repel
you repel
we repel
ik vervreemd
jij vervreemdt
wij vervreemden
» meer vervoegingen van vervreemden
I repel
you repel
we repel
ik sla terug
jij slaat terug
wij slaan terug
» meer vervoegingen van terugslaan
I repel
you repel
we repel
ik schuif achteruit
jij schuift achteruit
wij schuiven achteruit
» meer vervoegingen van achteruitschuiven