Vertaling van to say
I say
you say
we say
ik zeg
jij zegt
wij zeggen
» meer vervoegingen van zeggen
I say
you say
we say
ik luid
jij luidt
wij luiden
» meer vervoegingen van luiden
spreken
uitbrengen
I say
you say
we say
ik zeg
jij zegt
wij zeggen
» meer vervoegingen van zeggen
I say
you say
we say
ik spreek uit
jij spreekt uit
wij spreken uit
» meer vervoegingen van uitspreken
I say
you say
we say
ik luid
jij luidt
wij luiden
» meer vervoegingen van luiden
I say
you say
we say
ik sta
jij staat
wij staan
» meer vervoegingen van staan
I say
you say
we say
ik articuleer
jij articuleert
wij articuleren
» meer vervoegingen van articuleren
Voorbeelden in zinsverband
I have nothing further to say.
Ik heb hierover niets verder te zeggen.
I'd like to say yes, but...
Ik wil graag ja zeggen, maar...
I don't know what to say...
Ik weet niet wat te zeggen...
I simply don't know what to say...
Ik weet gewoonweg niet wat te zeggen...
I've got nothing to say to him.
Ik heb niets tegen hem te zeggen.
I just don't know what to say.
Ik weet gewoon niet wat ik moet zeggen...
How to say XXX in Dutch?
Hoe zeg je XXX in het Nederlands?
As for me, I have nothing to say at present.
Wat mij betreft, ik heb op het moment niets te zeggen.
It's below her to say such a thing.
Het is beneden haar waardigheid om zoiets te zeggen.
If you have nothing to say, say nothing.
Als ge niets te zeggen hebt, zeg dan niets.
It is better to do well than to say well.
Geen woorden, maar daden.
He had nothing to say, so he went away.
Hij had niks te zeggen, dus is hij maar gegaan.
You are free to say what you think.
Je bent vrij om te zeggen wat je denkt.
The problem was that I had nothing to say to him.
Het probleem was dat ik niets tegen hem te zeggen had.
Sadako wanted to say more, but her lips just didn't want to move anymore.
Sadako wou er nog meer aan toevoegen, maar haar lippen wouden niet meer bewegen.