Vertaling van to see
I see
you see
we see
ik zie
jij ziet
wij zien
» meer vervoegingen van zien
I see
you see
we see
ik beschouw
jij beschouwt
wij beschouwen
» meer vervoegingen van beschouwen
I see
you see
we see
ik kijk
jij kijkt
wij kijken
» meer vervoegingen van kijken
I see
you see
we see
ik bezoek
jij bezoekt
wij bezoeken
» meer vervoegingen van bezoeken
I see
you see
we see
ik begrijp
jij begrijpt
wij begrijpen
» meer vervoegingen van begrijpen
I see
you see
we see
ik besef
jij beseft
wij beseffen
» meer vervoegingen van beseffen
I see
you see
we see
ik vind
jij vindt
wij vinden
» meer vervoegingen van vinden
zich bekommeren
zorg dragen
bezorgd zijn
I see
you see
we see
ik zorg
jij zorgt
wij zorgen
» meer vervoegingen van zorgen
Voorbeelden in zinsverband
I'm happy to see you.
Ik ben blij je te zien.
Henry wants to see you.
Henry wilt je zien.
To see is to believe.
Eerst zien, dan geloven.
I'm pleased to see you.
Ik ben blij je te zien.
I'm happy to see you again.
Ik ben blij je weer te zien.
I'd like to see my son.
Ik zou mijn zoon willen zien.
He is impatient to see you.
Hij is ongeduldig om jou te zien.
It's always a pleasure to see you.
Het is altijd een genoegen om je te zien.
I hope to see you soon.
Ik hoop je snel te zien.
I'm going to see him tomorrow.
Ik zal hem morgen zien.
He wants to see us again.
Hij wil ons weerzien.
Tom hopes to see you in October.
Tom hoopt je in oktober te zien.
I'm glad to see you back.
Het doet mij plezier dat ge terug zijt.
Let's climb that mountain to see it.
Laten we die berg beklimmen om het te zien.
I want to see the movie.
Ik wil de film zien.