Vertaling van to sell

Inhoud:

Engels
Nederlands
to sell, to vend {ww.}
verkopen 
wegdoen
vervreemden 
verhandelen
tappen
overdoen

I sell
you sell
we sell

ik verkoop
jij verkoopt
wij verkopen
» meer vervoegingen van verkopen

I'm going to sell my house.
Ik ga mijn huis verkopen.
Do they sell notebooks at that store?
Verkopen ze schriften in die winkel?
to sell {ww.}
verkopen

I sell
you sell
we sell

ik verkoop
jij verkoopt
wij verkopen
» meer vervoegingen van verkopen

Who were you going to sell it to?
Aan wie ging je het verkopen?
Fiction novels sell better than reality. In fact, reality doesn't sell at all.
Fictieromans verkopen beter dan realiteit. In feite verkoopt realiteit helemaal niet.
to sell {ww.}
verkopen

I sell
you sell
we sell

ik verkoop
jij verkoopt
wij verkopen
» meer vervoegingen van verkopen

People would sell their souls to hear the concert from those seats.
Mensen zouden hun ziel verkopen om vanaf deze plaatsen naar het concert te luisteren.
to sell {ww.}
verkopen
slijten

I sell
you sell
we sell

ik verkoop
jij verkoopt
wij verkopen
» meer vervoegingen van verkopen

to deal, to sell, to trade {ww.}
scharrelen

I sell
you sell
we sell

ik scharrel
jij scharrelt
wij scharrelen
» meer vervoegingen van scharrelen

to betray, to sell {ww.}
verlinken
verraden

I sell
you sell
we sell

ik verlink
jij verlinkt
wij verlinken
» meer vervoegingen van verlinken

to deal, to sell, to trade {ww.}
dealen

I sell
you sell
we sell

ik deal
jij dealt
wij dealen
» meer vervoegingen van dealen



Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

I'm going to sell my house.

Ik ga mijn huis verkopen.

Who were you going to sell it to?

Aan wie ging je het verkopen?

Every year, the organisation organises a number of meetings of volunteers who go door-to-door to sell Frisian books.

De organisatie organiseert ieder jaar een stuk of wat ontmoetingen van vrijwilligers die de deuren langs gaan om Friese boeken te verkopen.


Gerelateerd aan to sell

synoniemen

sell - vend - deal - trade - betray

verwante termen

come about - dilate - change - merchandise - defect