Vertaling van to send

Inhoud:

Engels
Nederlands
to send, to transmit, to remit, to submit {ww.}
sturen
zenden
opsturen
verzenden
opzenden
doen toekomen

I send
you send
we send

ik stuur
jij stuurt
wij sturen
» meer vervoegingen van sturen

Please send us more information.
Gelieve ons meer informatie te zenden.
Can you send that by email?
Kun je dat per e-mail sturen?
to dismiss, to turn away, to deport, to send, to send off {ww.}
afzenden 
uitsturen
versturen
verzenden
wegsturen 
wegzenden

I send
you send
we send

ik zend af
jij zendt af
wij zenden af
» meer vervoegingen van afzenden

to send, to send out {ww.}
zenden

I send
you send
we send

ik zend
jij zendt
wij zenden
» meer vervoegingen van zenden

to send, to ship, to transport {ww.}
embarkeren
inschepen

I send
you send
we send

ik embarkeer
jij embarkeert
wij embarkeren
» meer vervoegingen van embarkeren

to send, to ship, to transport {ww.}
aanmonsteren

I send
you send
we send

ik monster aan
jij monstert aan
wij monsteren aan
» meer vervoegingen van aanmonsteren

to air, to beam, to broadcast, to send, to transmit {ww.}
rondstralen
uitzenden

I send
you send
we send

ik straal rond
jij straalt rond
wij stralen rond
» meer vervoegingen van rondstralen

to air, to beam, to broadcast, to send, to transmit {ww.}
omroepen

I send
you send
we send

ik roep om
jij roept om
wij roepen om
» meer vervoegingen van omroepen

to get off, to send, to send off {ww.}
insturen

I send
you send
we send

ik stuur in
jij stuurt in
wij sturen in
» meer vervoegingen van insturen

to place, to post, to send, to station {ww.}
detacheren

I send
you send
we send

ik detacheer
jij detacheert
wij detacheren
» meer vervoegingen van detacheren

to direct, to send {ww.}
sturen

I send
you send
we send

ik stuur
jij stuurt
wij sturen
» meer vervoegingen van sturen

to direct, to send {ww.}
afsturen

I send
you send
we send

ik stuur af
jij stuurt af
wij sturen af
» meer vervoegingen van afsturen

to get off, to send, to send off {ww.}
opsturen
wegsturen
verzenden
expediëren
afzenden
versturen

I send
you send
we send

ik stuur op
jij stuurt op
wij sturen op
» meer vervoegingen van opsturen

I told them to send me another ticket.
Ik heb ze gezegd dat ze me nog een ticket moeten opsturen.
to place, to post, to send, to station {ww.}
posteren

I send
you send
we send

ik posteer
jij posteert
wij posteren
» meer vervoegingen van posteren

to place, to post, to send, to station {ww.}
liggen

I send
you send
we send

ik lig
jij ligt
wij liggen
» meer vervoegingen van liggen

to air, to beam, to broadcast, to send, to transmit {ww.}
doorseinen

I send
you send
we send

ik sein door
jij seint door
wij seinen door
» meer vervoegingen van doorseinen

to direct, to send {ww.}
toesturen
toezenden

I send
you send
we send

ik stuur toe
jij stuurt toe
wij sturen toe
» meer vervoegingen van toesturen

to air, to beam, to broadcast, to send, to transmit {ww.}
uitzenden

I send
you send
we send

ik zend uit
jij zendt uit
wij zenden uit
» meer vervoegingen van uitzenden

to get off, to send, to send off {ww.}
uitwuiven
uitzwaaien

I send
you send
we send

ik wuif uit
jij wuift uit
wij wuiven uit
» meer vervoegingen van uitwuiven

to mail, to post, to send {ww.}
mailen

I send
you send
we send

ik mail
jij mailt
wij mailen
» meer vervoegingen van mailen



Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

We ought to send Jordan to the hospital.

We zouden Jordan naar het ziekenhuis moeten sturen.

I told them to send me another ticket.

Ik heb ze gezegd dat ze me nog een ticket moeten opsturen.

I asked her to send us the book.

Ik heb hem gevraagd ons het boek op te sturen.

We'll soon be able to send you to jail.

We zullen binnenkort in staat zijn om jou in de gevangenis te plaatsen.

Soon we’ll be able to send you to gaol.

We zullen binnenkort in staat zijn om jou in de gevangenis te plaatsen.


Gerelateerd aan to send

send - transmit - remit - submit - dismiss - turn away - deport - send off - send out - ship - transport - air - beam - broadcast - get offdirect - conduct - recruit - get off - broadcast - exclaim - billet - work - carry - stand - abide - communicate - beckon