Vertaling van to shoot
vuren
paffen
I shoot
you shoot
we shoot
ik schiet
jij schiet
wij schieten
» meer vervoegingen van schieten
fusilleren
I shoot
you shoot
we shoot
ik schiet dood
jij schiet dood
wij schieten dood
» meer vervoegingen van doodschieten
I shoot
you shoot
we shoot
ik film
jij filmt
wij filmen
» meer vervoegingen van filmen
I shoot
you shoot
we shoot
ik stoot
jij stoot
wij stoten
» meer vervoegingen van stoten
uitbotten
they shoot
zij botten
» meer vervoegingen van botten
I shoot
you shoot
we shoot
ik vergooi
jij vergooit
wij vergooien
» meer vervoegingen van vergooien
I shoot
you shoot
we shoot
ik ontruk
jij ontrukt
wij ontrukken
» meer vervoegingen van ontrukken
draaien
I shoot
you shoot
we shoot
ik film
jij filmt
wij filmen
» meer vervoegingen van filmen
neerknallen
overhoopschieten
neerleggen
I shoot
you shoot
we shoot
ik schiet dood
jij schiet dood
wij schieten dood
» meer vervoegingen van doodschieten
I shoot
you shoot
we shoot
ik schiet aan
jij schiet aan
wij schieten aan
» meer vervoegingen van aanschieten
I shoot
you shoot
we shoot
ik verteut
jij verteut
wij verteuten
» meer vervoegingen van verteuten
uitschieten
schieten
I shoot
you shoot
we shoot
ik loop uit
jij loopt uit
wij lopen uit
» meer vervoegingen van uitlopen
I shoot
you shoot
we shoot
ik verkruimel
jij verkruimelt
wij verkruimelen
» meer vervoegingen van verkruimelen
I shoot
you shoot
we shoot
ik verfilm
jij verfilmt
wij verfilmen
» meer vervoegingen van verfilmen
I shoot
you shoot
we shoot
ik schiet weg
jij schiet weg
wij schieten weg
» meer vervoegingen van wegschieten
reien
I shoot
you shoot
we shoot
ik rei
jij reit
wij reien
» meer vervoegingen van reien
punten
ontkiemen
I shoot
you shoot
we shoot
ik punt
jij punt
wij punten
» meer vervoegingen van punten
prikken
injiciëren
inspuiten
injecteren
I shoot
you shoot
we shoot
ik spuit
jij spuit
wij spuiten
» meer vervoegingen van spuiten
kieken
trekken
fotograferen
I shoot
you shoot
we shoot
ik flits
jij flitst
wij flitsen
» meer vervoegingen van flitsen
I shoot
you shoot
we shoot
ik flits
jij flitst
wij flitsen
» meer vervoegingen van flitsen
vertreuzelen
verknoeien
verlummelen
verluieren
verliezen
verklungelen
verbeuzelen
I shoot
you shoot
we shoot
ik verdoe
jij verdoet
wij verdoen
» meer vervoegingen van verdoen
neerhalen
I shoot
you shoot
we shoot
ik schiet neer
jij schiet neer
wij schieten neer
» meer vervoegingen van neerschieten
Voorbeelden in zinsverband
I'm going to shoot him dead.
Ik ga hem neerschieten.
After all the trouble we went to in coming up with that project, it only took them a second to shoot it down in the meeting.
Na alle moeite die we ervoor gedaan hebben om dat project op poten te zetten, kostte het ze maar een seconde het onderuit te halen bij de bijeenkomst.