Vertaling van to show
I show
you show
we show
ik spreid tentoon
jij spreidt tentoon
wij spreiden tentoon
» meer vervoegingen van tentoonspreiden
manifesteren
I show
you show
we show
ik manifesteer
jij manifesteert
wij manifesteren
» meer vervoegingen van manifesteren
I show
you show
we show
ik vertoon
jij vertoont
wij vertonen
» meer vervoegingen van vertonen
I show
you show
we show
ik toon
jij toont
wij tonen
» meer vervoegingen van tonen
getuigen
tonen
I show
you show
we show
ik spreid tentoon
jij spreidt tentoon
wij spreiden tentoon
» meer vervoegingen van tentoonspreiden
I show
you show
we show
ik uit
jij uit
wij uiten
» meer vervoegingen van uiten
I show
you show
we show
ik spreek
jij spreekt
wij spreken
» meer vervoegingen van spreken
I show
you show
we show
ik wijs
jij wijst
wij wijzen
» meer vervoegingen van wijzen
I show
you show
we show
ik wijs uit
jij wijst uit
wij wijzen uit
» meer vervoegingen van uitwijzen
I show
you show
we show
ik maak waar
jij maakt waar
wij maken waar
» meer vervoegingen van waarmaken
aanwijzen
I show
you show
we show
ik wijs
jij wijst
wij wijzen
» meer vervoegingen van wijzen
attenderen
I show
you show
we show
ik wijs
jij wijst
wij wijzen
» meer vervoegingen van wijzen
I show
you show
we show
ik leid rond
jij leidt rond
wij leiden rond
» meer vervoegingen van rondleiden
I show
you show
we show
ik schilder af
jij schildert af
wij schilderen af
» meer vervoegingen van afschilderen
I show
you show
we show
ik patenteer
jij patenteert
wij patenteren
» meer vervoegingen van patenteren
bewijzen
betuigen
I show
you show
we show
ik betoon
jij betoont
wij betonen
» meer vervoegingen van betonen
hardmaken
aantonen
staven
I show
you show
we show
ik bewijs
jij bewijst
wij bewijzen
» meer vervoegingen van bewijzen
tentoonstellen
I show
you show
we show
ik exposeer
jij exposeert
wij exposeren
» meer vervoegingen van exposeren
I show
you show
we show
ik spreek in
jij spreekt in
wij spreken in
» meer vervoegingen van inspreken
Voorbeelden in zinsverband
I wanted to show them my appreciation.
Ik wou hen mijn waardering tonen.
Tom wants to show you something.
Tom wil je iets tonen.
I want to show you something.
Ik wil je iets tonen.
I wanted to show it to you.
Ik wou het je tonen.
Look carefully. I'm going to show you how it's done.
Kijk goed. Ik zal je laten zien hoe je dit doet.
I was wondering if you were going to show up today.
Ik vroeg me af of je vandaag zou komen opdagen.
In England the waiter asked us: how much beer would you like? A half pint, or a pint? Because we still didn't know how much that was, we asked him to show us the glasses.
In Engeland vroeg de kelner ons: hoeveel bier wilt ge? Een halve "pint" of een "pint"? Omdat we niet wisten hoeveel dat dan wel was, vroegen we hem de glazen te tonen.