Vertaling van to split

Inhoud:

Engels
Nederlands
to split, to cleave, to rend {ww.}
klieven
doorklieven
kloven
splijten

I split
you split
we split

ik klief
jij klieft
wij klieven
» meer vervoegingen van klieven

to divide, to separate, to segregate, to split {ww.}
scheiden 
schiften
afscheiden 
afzonderen 

I split
you split
we split

ik scheid
jij scheidt
wij scheiden
» meer vervoegingen van scheiden

Can't you separate fantasy and reality from each other?
Kan je fantasie en realiteit niet van elkaar scheiden?
to cleave, to split {ww.}

kloven

I split
you split
we split

ik kloof
jij klooft
wij kloven
» meer vervoegingen van kloven

to burst, to split, to crack {ww.}
scheuren 
splijten
barsten 

I split
you split
we split

ik scheur
jij scheurt
wij scheuren
» meer vervoegingen van scheuren

to break open, to burst, to split {ww.}
barsten

I split
you split
we split

ik barst
jij barst
wij barsten
» meer vervoegingen van barsten

to carve up, to dissever, to divide, to separate, to split, to split up {ww.}
verdelen

I split
you split
we split

ik verdeel
jij verdeelt
wij verdelen
» meer vervoegingen van verdelen

to break open, to burst, to split {ww.}
doorbreken
perforeren

I split
you split
we split

ik doorbreek
jij doorbreekt
wij doorbreken
» meer vervoegingen van doorbreken

to part, to separate, to split {ww.}
afsplitsen

I split
you split
we split

ik splits af
jij splitst af
wij splitsen af
» meer vervoegingen van afsplitsen

to break open, to burst, to split {ww.}
knallen
uiteenspatten
uitspatten
uiteenspringen

I split
you split
we split

ik knal
jij knalt
wij knallen
» meer vervoegingen van knallen

to break open, to burst, to split {ww.}
openprikken

I split
you split
we split

ik prik open
jij prikt open
wij prikken open
» meer vervoegingen van openprikken

to carve up, to dissever, to divide, to separate, to split, to split up {ww.}
opsplitsen

I split
you split
we split

ik splits op
jij splitst op
wij splitsen op
» meer vervoegingen van opsplitsen



Gerelateerd aan to split

split - cleave - rend - divide - separate - segregate - burst - crack - break open - carve up - dissever - split up - partbreak - separate - dehisce - break open - unlock - jab - carve up