Vertaling van to support

Inhoud:

Engels
Nederlands
to support {ww.}
bijspringen

I support
you support
we support

ik spring bij
jij springt bij
wij springen bij
» meer vervoegingen van bijspringen

to support, to sustain, to countenance, to espouse, to maintain, to uphold, to second, to back, to stand by, to back up {ww.}
ondersteunen
steunen
schragen
ruggesteunen
schoren
dragen 

I support
you support
we support

ik ondersteun
jij ondersteunt
wij ondersteunen
» meer vervoegingen van ondersteunen

I dared to support his opinion.
Ik heb het aangedurfd zijn mening te steunen.
There are merits and demerits to both your opinions so I'm not going to decide right away which to support.
Er kleven voor- en nadelen aan allebei je meningen, ik ga dus niet meteen besluiten welke te ondersteunen.
to support, to survive {ww.}
onderhouden 
in leven houden

I support
you support
we support

ik onderhoud
jij onderhoudt
wij onderhouden
» meer vervoegingen van onderhouden

to aid, to assist, to help, to support, to attend to {ww.}
helpen 
ter zijde staan
bijstaan 
assisteren 

I support
you support
we support

ik help
jij helpt
wij helpen
» meer vervoegingen van helpen

Can I help?
Kan ik helpen?
Can anyone help me?
Kan iemand me helpen?
to lean, to support, to sustain, to bolster, to buttress, to prop, to underpin, to rest, to back, to back up {ww.}
ondersteunen
steunen
stutten
schragen

I support
you support
we support

ik ondersteun
jij ondersteunt
wij ondersteunen
» meer vervoegingen van ondersteunen



Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

I dared to support his opinion.

Ik heb het aangedurfd zijn mening te steunen.

I have two children to support.

Ik ondersteun twee kinderen.

There are merits and demerits to both your opinions so I'm not going to decide right away which to support.

Er kleven voor- en nadelen aan allebei je meningen, ik ga dus niet meteen besluiten welke te ondersteunen.


Gerelateerd aan to support

support - sustain - countenance - espouse - maintain - uphold - second - back - stand by - back up - survive - aid - assist - help - attend to