Vertaling van to temper
Inhoud:
Engels
Nederlands
to temper {ww.}
tempereren
to harden, to temper, to season, to steel, to toughen {ww.}
harden
temperen
stalen
temperen
stalen
I temper
you temper
we temper
ik hard
jij hardt
wij harden
» meer vervoegingen van harden
At night, I put my bell pepper plants at the open window, so they can harden off a bit before I plant them outside, cause now they still have such thin stems.
's Nachts zet ik mijn paprikaplantjes bij het open raam, zodat ze een beetje kunnen harden voor ik ze buiten poot, want ze hebben nu nog zulke dunne steeltjes.
to anneal, to normalize, to temper {ww.}
uitgloeien
I temper
you temper
we temper
ik gloei uit
jij gloeit uit
wij gloeien uit
» meer vervoegingen van uitgloeien
to anneal, to normalize, to temper {ww.}
inbranden
I temper
you temper
we temper
ik brand in
jij brandt in
wij branden in
» meer vervoegingen van inbranden
to mollify, to season, to temper {ww.}
adouceren
temperen
temperen
I temper
you temper
we temper
ik temper
jij tempert
wij temperen
» meer vervoegingen van temperen
to mollify, to season, to temper {ww.}
dilateren
I temper
you temper
we temper
ik dilateer
jij dilateert
wij dilateren
» meer vervoegingen van dilateren
to anneal, to normalize, to temper {ww.}
inbranden
I temper
you temper
we temper
ik brand in
jij brandt in
wij branden in
» meer vervoegingen van inbranden