Vertaling van to train

Inhoud:

Engels
Nederlands
to train {ww.}
opleiden
bekwamen

I train
you train
we train

ik leid op
jij leidt op
wij leiden op
» meer vervoegingen van opleiden

to coach, to train {ww.}
trainen 
coachen

I train
you train
we train

ik train
jij traint
wij trainen
» meer vervoegingen van trainen

You must continue to train.
Je moet blijven trainen.
to tame, to train {ww.}
dresseren
temmen
africhten 

I train
you train
we train

ik dresseer
jij dresseert
wij dresseren
» meer vervoegingen van dresseren

to break, to control, to subdue, to train {ww.}
africhten 
dresseren
tot gehoorzaamheid dwingen

I train
you train
we train

ik richt af
jij richt af
wij richten af
» meer vervoegingen van africhten

to train {ww.}
repeteren

I train
you train
we train

ik repeteer
jij repeteert
wij repeteren
» meer vervoegingen van repeteren

to aim, to direct, to take, to take aim, to train {ww.}
aanleggen

I train
you train
we train

ik leg aan
jij legt aan
wij leggen aan
» meer vervoegingen van aanleggen

to coach, to train {ww.}
coachen

I train
you train
we train

ik coach
jij coacht
wij coachen
» meer vervoegingen van coachen

to check, to condition, to discipline, to train {ww.}
disciplineren

I train
you train
we train

ik disciplineer
jij disciplineert
wij disciplineren
» meer vervoegingen van disciplineren

to develop, to educate, to prepare, to train {ww.}
scholen
opleiden

I train
you train
we train

ik school
jij schoolt
wij scholen
» meer vervoegingen van scholen



Gerelateerd aan to train

train - coach - tame - break - control - subdue - aim - direct - take - take aim - check - condition - discipline - develop - educatedouble - charge - advise - develop - instruct