Vertaling van tough
Inhoud:
Engels
Nederlands
adamant, relentless, tough {bn.}
onvermurwbaar
resistant, tough {bn.}
gehard
firm, robust, sturdy, burly, resistant, rugged, solid, strong, tough, able-bodied {bn.}
ferm
fors
hecht
potig
robuust
sterk
stevig
stoer
struis
fors
hecht
potig
robuust
sterk
stevig
stoer
struis
challenging, exacting, formidable, hard, heavy, tough, arduous {bn.}
moeilijk
moeitevol
moeizaam
zuur
zwaar
moeitevol
moeizaam
zuur
zwaar