Vertaling van train
bekwamen
I train
you train
we train
ik leid op
jij leidt op
wij leiden op
» meer vervoegingen van opleiden
tros
I train
you train
we train
ik train
jij traint
wij trainen
» meer vervoegingen van trainen
I train
you train
we train
ik dresseer
jij dresseert
wij dresseren
» meer vervoegingen van dresseren
I train
you train
we train
ik richt af
jij richt af
wij richten af
» meer vervoegingen van africhten
I train
you train
we train
ik repeteer
jij repeteert
wij repeteren
» meer vervoegingen van repeteren
I train
you train
we train
ik leg aan
jij legt aan
wij leggen aan
» meer vervoegingen van aanleggen
I train
you train
we train
ik coach
jij coacht
wij coachen
» meer vervoegingen van coachen
I train
you train
we train
ik disciplineer
jij disciplineert
wij disciplineren
» meer vervoegingen van disciplineren
scholen
I train
you train
we train
ik leid op
jij leidt op
wij leiden op
» meer vervoegingen van opleiden
Voorbeelden in zinsverband
Here comes the train!
Hier komt de trein!
The train was derailed.
De trein was ontspoord.
Perhaps he missed the train.
Misschien heeft hij de trein gemist.
The train arrived in London.
De trein kwam aan in Londen.
The train is arriving soon.
De trein is in aantocht.
Our train arrived on time.
Onze trein kwam op tijd.
I like traveling by train.
Ik vind het leuk om met de trein te reizen.
The train left on time.
De trein vertrok op tijd.
The train station is nearby.
Het treinstation is dichtbij.
You must continue to train.
Je moet blijven trainen.
Train station
Treinstation
Is this the right train for Tokyo?
Is dit de juiste trein naar Tokio?
This train stops at every station.
Deze trein stopt op alle stations.
I prefer travelling by train to flying.
Ik reis liever met de trein dan met de vliegtuig.
Do not open before the train stops.
Doe niet open voordat de trein stopt.