Vertaling van trap
Inhoud:
Engels
Nederlands
to capture, to catch, to grapple, to captivate, to grab, to seize, to trap, to apprehend, to bag {ww.}
I trap
you trap
we trap
ik krijg beet
jij krijgt beet
wij krijgen beet
» meer vervoegingen van beetkrijgen
trap {zn.}
sifon
trap {zn.}
stoomklep
stoomafsluiter
stoomafsluiter
trap {zn.}
zandfilter
trap {zn.}
klem
trap {zn.}
val
trap {zn.}
strop
trap {zn.}
scheur
trap {zn.}
stankafsluiter
zwanenhals
kraanhals
zwanenhals
kraanhals
to ensnare, to entrap, to snare, to trammel, to trap {ww.}
bijsluiten
insluiten
insluiten
I trap
you trap
we trap
ik sluit bij
jij sluit bij
wij sluiten bij
» meer vervoegingen van bijsluiten
to immobilise, to immobilize, to pin, to trap {ww.}
inklemmen
I trap
you trap
we trap
ik klem in
jij klemt in
wij klemmen in
» meer vervoegingen van inklemmen
cakehole, gob, hole, maw, trap, yap {zn.}
bijt
ambuscade, ambush, lying in wait, trap {zn.}
valstrik
val
val
cakehole, gob, hole, maw, trap, yap {zn.}
snater
snavel
tater
waffel
wafel
kwek
snavel
tater
waffel
wafel
kwek
bunker, sand trap, trap {zn.}
bunker
bunker, sand trap, trap {zn.}
kolenruim
kolenbunker
kolenbunker
ambuscade, ambush, lying in wait, trap {zn.}
hinderlaag
ambuscade, ambush, lying in wait, trap {zn.}
valluik