Vertaling van tread

Inhoud:

Engels
Nederlands
to tread, to walk, to walk upon, to board {ww.}
begaan 
bestijgen 
opgaan

I tread
you tread
we tread

ik bega
jij begaat
wij begaan
» meer vervoegingen van begaan

to tread {ww.}
te voet oversteken
to pace, to stalk, to step, to stride, to tread {ww.}
lopen 
schrijden
stappen
treden

I tread
you tread
we tread

ik loop
jij loopt
wij lopen
» meer vervoegingen van lopen

to trample on, to tread, to trample, to tread on {ww.}
aanstampen
trappen op

I tread
you tread
we tread

ik stamp aan
jij stampt aan
wij stampen aan
» meer vervoegingen van aanstampen

tread {zn.}
profiel [o] (het ~)
tread {zn.}
loopvlak [o] (het ~)
tread {zn.}
tree
trede [m] (de ~)
to trample, to tread {ww.}
trappen

I tread
you tread
we tread

ik trap
jij trapt
wij trappen
» meer vervoegingen van trappen

to step, to tread {ww.}
begaan
betreden

I tread
you tread
we tread

ik bega
jij begaat
wij begaan
» meer vervoegingen van begaan

pace, stride, tread {zn.}
trede [m] (de ~)
voetstap [m] (de ~)
stap [m] (de ~)
schrede [m] (de ~)
pace, stride, tread {zn.}
speltempo
pace, stride, tread {zn.}
pas [m] (de ~)
His pace quickened.
Zijn pas versnelde.


Gerelateerd aan tread

walk - walk upon - board - pace - stalk - step - stride - trample on - trample - tread ontread - plane figure - platform - place down - go away - pace - fastness