Vertaling van true
Inhoud:
Engels
Nederlands
true {bn.}
waarheidsgetrouw
ongelogen
waar
juist
ongelogen
waar
juist
true {bn.}
waarheidsgetrouw
ongelogen
accuraat
natuurgetrouw
realistisch
ongelogen
accuraat
natuurgetrouw
realistisch
genuine, true, unfeigned {bn.}
heus
echt
waar
echt
waar
dead on target, true {bn.}
trouw
dead on target, true {bn.}
trouw
loyaal
getrouw
loyaal
getrouw
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
That's true as well.
Ook dat is waar.
Dreams sometimes come true.
Soms komen dromen uit.
Dreams come true.
Dromen komen uit.
Tom's dreams came true.
Toms dromen kwamen uit.
Is it true?
Is het waar?
It's a true story.
Het is een waargebeurd verhaal.
That can't be true.
Dat kan niet waar zijn.
His story sounds true.
Zijn verhaal klinkt correct.
Unfortunately, it's true.
Helaas is het waar.
His story is true.
Zijn verhaal is waar.
I think it true.
Ik denk dat het waar is.
True or false?
Waar of niet waar?
That's not true.
Dat is niet waar.
That cannot be true.
Dat kan niet waar zijn.
You know it's true.
Je weet dat het waar is.