Vertaling van tucker
Inhoud:
Engels
Nederlands
to beat, to exhaust, to tucker, to tucker out, to wash up {ww.}
onttrekken
uitmergelen
uitputten
uitmergelen
uitputten
I tucker
you tucker
we tucker
ik onttrek
jij onttrekt
wij onttrekken
» meer vervoegingen van onttrekken
to beat, to exhaust, to tucker, to tucker out, to wash up {ww.}
afgrazen
I tucker
you tucker
we tucker
ik graas af
jij graast af
wij grazen af
» meer vervoegingen van afgrazen
to beat, to exhaust, to tucker, to tucker out, to wash up {ww.}
afrennen
I tucker
you tucker
we tucker
ik ren af
jij rent af
wij rennen af
» meer vervoegingen van afrennen
to beat, to exhaust, to tucker, to tucker out, to wash up {ww.}
nekken
uitputten
slopen
uitputten
slopen
I tucker
you tucker
we tucker
ik nek
jij nekt
wij nekken
» meer vervoegingen van nekken
to beat, to exhaust, to tucker, to tucker out, to wash up {ww.}
aftobben
afjakkeren
afmatten
afjakkeren
afmatten
I tucker
you tucker
we tucker
ik tob af
jij tobt af
wij tobben af
» meer vervoegingen van aftobben
to beat, to exhaust, to tucker, to tucker out, to wash up {ww.}
afgrazen
I tucker
you tucker
we tucker
ik graas af
jij graast af
wij grazen af
» meer vervoegingen van afgrazen