Vertaling van twinkle
Inhoud:
Engels
Nederlands
to twinkle, to flicker {ww.}
knipperen
I twinkle
you twinkle
we twinkle
ik knipper
jij knippert
wij knipperen
» meer vervoegingen van knipperen
to scintillate, to twinkle, to winkle {ww.}
twinkelen
pinkelen
pinkelen
I twinkle
you twinkle
we twinkle
ik pinkel
jij pinkelt
wij pinkelen
» meer vervoegingen van pinkelen
to scintillate, to twinkle, to winkle {ww.}
sprankelen
I twinkle
you twinkle
we twinkle
ik sprankel
jij sprankelt
wij sprankelen
» meer vervoegingen van sprankelen
scintillation, sparkling, twinkle {zn.}
trekje