Vertaling van umpire
Inhoud:
Engels
Nederlands
arbiter, arbitrator, referee, umpire {zn.}
scheidsrechter
arbiter
arbiter
to referee, to umpire {ww.}
scheidsrechteren
fluiten
arbitreren
fluiten
arbitreren
I umpire
you umpire
we umpire
ik scheidsrechter
jij scheidsrechtert
wij scheidsrechteren
» meer vervoegingen van scheidsrechteren
arbiter, arbitrator, umpire {zn.}
arbiter
ump, umpire {zn.}
umpire