Vertaling van unsettled
Inhoud:
Engels
Nederlands
unsettled {bn.}
onafbetaald
to shake, to rock, to unsettle {ww.}
verwrikken
doen wankelen
verwikken
doen schudden
doen wankelen
verwikken
doen schudden
I unsettled
you unsettled
he/she/it unsettled
ik verwrikte
jij verwrikte
hij/zij/het verwrikte
» meer vervoegingen van verwrikken
to agitate, to alarm, to disturb, to perturb, to ruffle, to trouble, to unsettle, to upset, to worry {ww.}
verontrusten
benauwen
benauwen
I unsettled
you unsettled
he/she/it unsettled
ik verontrustte
jij verontrustte
hij/zij/het verontrustte
» meer vervoegingen van verontrusten