Vertaling van up
Inhoud:
Engels
Nederlands
gee-up, up, jump {tw}
hop
astir, up {bn.}
wakker
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
Stand up!
Sta op!
Hands up!
Handen omhoog!
Cheer up!
Kop op!
What's up?
Wat is er gaande?
Please hurry up!
Haast je alsjeblieft!
Hurry it up!
Schiet op!
I threw up.
Ik moest overgeven.
I just got up.
Ik ben net opgestaan.
My computer's acting up.
Mijn computer doet raar.
Did you stand up?
Stond je op?
I just gave up.
Ik heb gewoon opgegeven.
"Shut up," he whispered.
"Zwijg," fluisterde hij.
Cotton sucks up water.
Katoen neemt water op.
She gave up smoking.
Ze is gestopt met roken.
She gets up early.
Ze staat vroeg op.