Vertaling van usual

Inhoud:

Engels
Nederlands
accustomed, customary, usual, wonted, conventional, habitual {bn.}
gebruikelijk
gewoon 
general, usual, broad, widespread {bn.}
algemeen 
generaal 
common, ordinary, usual, commonplace, everyday, normal, standard {bn.}
gewoon 
veelvoorkomend
common, everyday, vulgar, lowbrow, lurid, usual, vernacular {bn.}
alledaags 
grof 
ordinair
plat 
vulgair


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

She came late as usual.

Zoals gewoonlijk was ze te laat.

Bread and butter are my usual breakfast.

Brood en boter is mijn gewoon ontbijt.

Bread and butter is my usual breakfast.

Brood en boter is mijn gewoon ontbijt.

He went to bed at ten as usual.

Hij ging om tien uur naar bed zoals gewoonlijk.

As usual, Mike turned up on time. He's very punctual.

Zoals gewoonlijk was Mike op tijd. Hij is zeer stipt.

We give here a list of the usual Esperanto-related questions.

We presenteren hier een lijst met vaak gestelde vragen over Esperanto.

She is in a temper, because she missed her usual train in the subway and had to walk to work.

Zij is chagrijnig, omdat ze de metro gemist had en naar het werk moest lopen.