Vertaling van vainglory
Inhoud:
Engels
Nederlands
pride, vainglory {zn.}
trots
hovaardij
hovaardij
She takes pride in her daughter.
Ze is trots op haar dochter.
I pride myself on my humility.
Ik ben trots op mijn nederigheid.
boastfulness, vainglory {zn.}
zelfverheerlijking