Vertaling van victory

Inhoud:

Engels
Nederlands
victory {zn.}
overwinning [v]
zege
victorie [v]
This is your victory.
Dit is jouw overwinning.
We're confident of our victory.
We hebben vertrouwen in onze overwinning.
triumph, victory {zn.}
triomf [m] (de ~)
zege [m] (de ~)
zegepraal
victorie [v] (de ~)
triumph, victory {zn.}
eindoverwinning
eindzege
triumph, victory {zn.}
overwinning [v] (de ~)
winst [v] (de ~)
Victory is unlikely but not impossible.
Overwinning is onwaarschijnlijk, maar niet onmogelijk.
Our team was in high spirits because of the victory.
Ons team was in opperbeste stemming door de overwinning.
triumph, victory {zn.}
zegetocht
triomftocht [m] (de ~)
triumph, victory {zn.}
triomf [m] (de ~)


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

This is your victory.

Dit is jouw overwinning.

We're confident of our victory.

We hebben vertrouwen in onze overwinning.

Victory is unlikely but not impossible.

Overwinning is onwaarschijnlijk, maar niet onmogelijk.

Our team was in high spirits because of the victory.

Ons team was in opperbeste stemming door de overwinning.

Girls, you did terrifically. You've truly earned this victory.

Meiden, jullie hebben het hartstikke goed gedaan. Jullie hebben deze overwinning eerlijk verdiend.

In 1958, Brazil won its first World Cup victory.

In 1958 heeft Brazilië zijn eerste overwinning behaald op het Wereldkampioenschap.

The Norman victory over England had a big impact on the English language.

De Normandische overwinning tegen Engeland heeft een grote invloed gehad op de Engelse taal.


Gerelateerd aan victory

triumphtriumph - accomplishment - entering