Vertaling van warm
verwarmen
verhitten
I warm
you warm
we warm
ik warm
jij warmt
wij warmen
» meer vervoegingen van warmen
Voorbeelden in zinsverband
It seems warm outside.
Het lijkt buiten warm te zijn.
The room was warm.
De kamer was warm.
It's warm today.
Het is heet vandaag.
Haruko likes warm springs.
Haruko houdt van warme bronnen.
Rice grows in warm climates.
Rijst groeit in warme klimaten.
It was sunny and warm.
Het was zonnig en warm.
Oranges grow in warm countries.
Sinaasappels groeien in warme landen.
It's warm enough to swim.
Het is warm genoeg om te zwemmen.
It was a warm day.
Het was een warme dag.
Rice grows in warm countries.
Rijst groeit in warme landen.
My hand is in warm water.
Mijn hand is in warm water.
I'm looking for a warm, woolen skirt.
Ik zoek een warme, wollen rok.
The water's warm enough for a swim.
Het water is warm genoeg om erin te zwemmen.
It is too warm for me.
Het is te warm voor mij.
It was nice and warm inside the house.
Het was aangenaam en warm in huis.