Vertaling van warrant

Inhoud:

Engels
Nederlands
warrant, writ {zn.}
schriftelijk bevel
aanschrijving  [v]
warrant {zn.}
veemceel
cedel
bewijs van opslag
ceel
to authorize, to empower, to entitle, to warrant {ww.}
machtigen 
volmachtigen
autoriseren

I warrant
you warrant
we warrant

ik machtig
jij machtigt
wij machtigen
» meer vervoegingen van machtigen

to guarantee, to warrant, to vouch {ww.}
waarborgen
garanderen
sponsoren
borg staan voor

I warrant
you warrant
we warrant

ik waarborg
jij waarborgt
wij waarborgen
» meer vervoegingen van waarborgen

to justify, to warrant {ww.}
rechtvaardigen 
motiveren

I warrant
you warrant
we warrant

ik rechtvaardig
jij rechtvaardigt
wij rechtvaardigen
» meer vervoegingen van rechtvaardigen

document, paper, deed, warrant, certificate {zn.}
papier  [o]
stuk 
document  [o]
schriftuur [v]
bescheid [o]
akte [v]
I want some paper.
Ik wil een stuk papier.
Give me a piece of paper.
Geef mij een stuk papier.
guarantee, warrant, warranty {zn.}
waarborging [v]
waarborg 
garantie [v]
mandate, authorization, brief, warrant, writ {zn.}
mandaat
volmacht
lastbrief
to justify, to warrant {ww.}
verantwoorden

I warrant
you warrant
we warrant

ik verantwoord
jij verantwoordt
wij verantwoorden
» meer vervoegingen van verantwoorden



Gerelateerd aan warrant

writ - authorize - empower - entitle - guarantee - vouch - justify - document - paper - deed - certificate - warranty - mandate - authorization - briefdefend