Vertaling van weather
I weather
you weather
we weather
ik onderga
jij ondergaat
wij ondergaan
» meer vervoegingen van ondergaan
I weather
you weather
we weather
ik verweer
jij verweert
wij verweren
» meer vervoegingen van verweren
weersomstandigheid
weersgesteldheid
Voorbeelden in zinsverband
What awful weather!
Wat een afschuwelijk weer!
How's the weather?
Hoe is het weer?
How is the weather?
Hoe is het weer?
Great weather, isn't it?
Lekker weertje hè?
What marvelous weather.
Wat een prachtig weer.
The weather yesterday was horrible.
Het weer van gisteren was vreselijk.
It is terrible weather today.
Het is verschrikkelijk weer vandaag.
We've been having good weather.
We hebben goed weer gehad de afgelopen tijd.
Today the weather is nice.
Het is mooi weer vandaag.
After rain comes fair weather.
Na regen komt zonneschijn.
Bad weather is no obstacle.
Slecht weer is geen hinderpaal.
The weather is nice tonight.
Het is vannacht mooi weer.
The weather suddenly got warmer.
Het weer werd plots warmer.
He came in spite of bad weather.
Hij kwam, ondanks het slechte weer.
I can't stand this hot weather.
Ik kan dit hete weer niet uitstaan.