Vertaling van well
welvarend
wel
voortkomen
opborrelen
opwellen
ontspringen
I well
you well
we well
ik wel
jij welt
wij wellen
» meer vervoegingen van wellen
och
allemachtig
tjonge
allemensen
gezond
valide
wellen
I well
you well
we well
ik wel
jij welt
wij wellen
» meer vervoegingen van wellen
Voorbeelden in zinsverband
All's well that ends well.
Eind goed, al goed.
All is well that ends well.
Eind goed, al goed.
He plays very well.
Hij speelt zeer goed.
I'm not feeling well.
Ik voel me niet lekker.
He got quite well.
Het is in orde gekomen met hem.
I'm not well.
Het gaat mij slecht.
He'll get well soon.
Hij zal snel beter worden.
You'll get well soon.
Je zal spoedig genezen.
Well I never!
Wel nu nog mooier!
Well, let's go.
Nou, laten we gaan.
Brush your teeth well.
Poets je tanden goed.
His novel sold well.
Zijn roman verkocht goed.
That's true as well.
Ook dat is waar.
She sings very well.
Ze zingt heel goed.
Get well soon!
Word snel beter!