Vertaling van wheels

Inhoud:

Engels
Nederlands
wheels {zn.}
raderwerk
to roll, to wheel {ww.}
wentelen
rollen

he/she/it wheels

hij/zij/het wentelt
» meer vervoegingen van wentelen

to turn around, to turn back, to turn round, to turn, to recourse, to resort, to wheel, to whirl, to apply {ww.}
zich omkeren
omkeren 
ronddraaien
omdraaien

he/she/it wheels

hij/zij/het keert om
» meer vervoegingen van omkeren

to wheel, to wheel around {ww.}
wielen

he/she/it wheels

hij/zij/het wielt
» meer vervoegingen van wielen

to bicycle, to bike, to cycle, to pedal, to wheel {ww.}
fietsen
trappen
peddelen
pedaleren
paddelen

he/she/it wheels

hij/zij/het fietst
» meer vervoegingen van fietsen

I must ride a bicycle.
Ik moet fietsen.
That girl isn't able to ride a bicycle.
Dat meisje kan niet fietsen.


Gerelateerd aan wheels

roll - wheel - turn around - turn back - turn round - turn - recourse - resort - whirl - apply - wheel around - bicycle - bike - cycle - pedalclash - ride