Vertaling van where
Inhoud:
Engels
Nederlands
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
Where is the entrance?
Waar is de ingang?
Where did you go?
Waar ging je heen?
Where did Tom go?
Waar ging Tom naartoe?
Where are the showers?
Waar zijn de douches?
Where is the washroom?
Waar is het toilet?
Where is Jim?
Waar is Jim?
Where is my umbrella?
Waar is mijn paraplu?
Where do you live?
Waar woont gij?
Where are the apples?
Waar zijn de appels?
Where is it hidden?
Waar is het verborgen?
Where were you yesterday?
Waar ben je gisteren geweest?
Where is the station?
Waar is het station?
Where is the problem?
Wat is het probleem?
Where is the school?
Waar is de school?
Where was he born?
Waar is hij geboren?