Vertaling van wolf

Inhoud:

Engels
Nederlands
wolf {zn.}
wolf  [m]
A wolf doesn’t bite a wolf.
Een wolf bijt geen wolf.
I met a wolf in a dream.
Ik ontmoette een wolf in een droom.
to wolf {ww.}
schransen
schrokken
gulzig eten
wolf {zn.}
wolf [m] (de ~)
tandwolf
You are a wolf in sheep's clothing.
Je bent een wolf in schaapskleren.
In my dream, I encountered a wolf.
In mijn droom kwam ik een wolf tegen.
wolf {zn.}
wolf
My co-worker is a wolf in sheep's clothing.
Mijn medewerker is een wolf in schapenvacht.
beast, brute, savage, wildcat, wolf {zn.}
bokkinees


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

A wolf doesn’t bite a wolf.

Een wolf bijt geen wolf.

I met a wolf in a dream.

Ik ontmoette een wolf in een droom.

In my dream, I encountered a wolf.

In mijn droom kwam ik een wolf tegen.

You are a wolf in sheep's clothing.

Je bent een wolf in schaapskleren.

Man is a wolf to man.

De mens is een wolf voor de mens.

My co-worker is a wolf in sheep's clothing.

Mijn medewerker is een wolf in schapenvacht.


Gerelateerd aan wolf

beast - brute - savage - wildcatbacterial plaque - predator - adult male