Vertaling van wonder
I wonder
you wonder
we wonder
ik vermoed
jij vermoedt
wij vermoeden
» meer vervoegingen van vermoeden
Voorbeelden in zinsverband
I wonder what happened.
Ik vraag me af wat er gebeurd is.
We wonder why.
We vragen ons af waarom.
I wonder who that girl is.
Ik vraag me af wie dat meisje is.
I wonder what happened to Paul.
Ik vraag mij af wat er met Paul gebeurd is.
I wonder when Anne will come.
Ik vraag mij af wanneer Anna komt.
I wonder if anything happened to him.
Ik vraag mij af of er iets met hem gebeurd is.
I wonder why he is late.
Ik vraag mij af waarom hij te laat is.
I wonder what she really means.
Ik vraag me af wat ze echt bedoeld.
I wonder if he is married.
Ik vraag me af of hij getrouwd is.
I wonder if he'll come tonight.
Ik vraag me af of hij vannacht zal komen?
To be surprised, to wonder, is to begin to understand.
Verbaasd zijn, zich verwonderen, is beginnen te begrijpen.
I wonder what has made him change his mind.
Ik vraag me af wat hem van gedachte heeft doen veranderen.
I wonder what language they speak in Brazil.
Ik vraag me af welke taal men spreekt in Brazilië.
I wonder why women live longer than men.
Ik vraag me af waarom vrouwen langer leven dan mannen.
I wonder why eggs are sold by the dozen.
Ik vraag mij af waarom eieren per dozijn verkocht worden.