Vertaling van work on
I work
you work
we work
ik arbeid
jij arbeidt
wij arbeiden
» meer vervoegingen van arbeiden
I work
you work
we work
ik bewerk
jij bewerkt
wij bewerken
» meer vervoegingen van bewerken
I work
you work
we work
ik werk
jij werkt
wij werken
» meer vervoegingen van werken
I work
you work
we work
ik werk
jij werkt
wij werken
» meer vervoegingen van werken
I work
you work
we work
ik bedien
jij bedient
wij bedienen
» meer vervoegingen van bedienen
I work
you work
we work
ik hak uit
jij hakt uit
wij hakken uit
» meer vervoegingen van uithakken
I work
you work
we work
ik werk
jij werkt
wij werken
» meer vervoegingen van werken
I work
you work
we work
ik doe
jij doet
wij doen
» meer vervoegingen van doen
uitbuiten
uitmelken
I work
you work
we work
ik exploiteer
jij exploiteert
wij exploiteren
» meer vervoegingen van exploiteren
I work
you work
we work
ik kneed
jij kneedt
wij kneden
» meer vervoegingen van kneden
I work
you work
we work
ik bebouw
jij bebouwt
wij bebouwen
» meer vervoegingen van bebouwen
Voorbeelden in zinsverband
Do you work on Sundays?
Werk je op zondag?
I don't work on Sunday.
Ik werk niet op zondag.
I had to work on Sunday.
Ik moest op zondag werken.
I will do that work on condition that I get paid for it.
Ik zal dat werk doen, op voorwaarde dat ik er voor betaald wordt.