Vertaling van worker
Inhoud:
Engels
Nederlands
worker {zn.}
werker
Tom is a good worker.
Tom is een goede werker.
When he was young, he was a hard worker.
Toen hij jong was, was hij een harde werker.
worker {zn.}
werkmier
worker {zn.}
werkkracht
kracht
loontrekker
arbeidskracht
arbeider
werknemer
kracht
loontrekker
arbeidskracht
arbeider
werknemer
prole, proletarian, worker {zn.}
proletariër
actor, doer, worker {zn.}
doener
pragmaticus
practicus
pragmaticus
practicus
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
Tom is a good worker.
Tom is een goede werker.
My co-worker is a wolf in sheep's clothing.
Mijn medewerker is een wolf in schapenvacht.
When he was young, he was a hard worker.
Toen hij jong was, was hij een harde werker.