Vertaling van working
werkend
poging
uitbuiten
uitmelken
I am working
I am working
Voorbeelden in zinsverband
She went on working.
Ze ging door met werken.
She continued working.
Ze ging door met werken.
Where's Tom working now?
Waar werkt Tom nu?
Who's working tonight?
Wie werkt vanavond?
Uh... How's that working?
Uh... Hoe werkt dat?
I'm working in Tokyo now.
Momenteel werk ik in Tokio.
Is Tom still working here?
Werkt Tom hier nog?
I've always preferred working alone.
Ik heb altijd de voorkeur gehad om alleen te werken.
I'm working as fast as I can.
Ik werk zo snel als ik kan.
She is working night and day.
Ze werkt dag en nacht.
The Chinese are a hard-working people.
De Chinezen zijn een hardwerkend volk.
The Chinese are a hard working people.
De Chinezen zijn een hardwerkend volk.
They are not working even a bit.
Ze werken niet eens een beetje.
He has been working all day long.
Hij heeft de hele dag lang gewerkt.
None of the telephones are working.
Niet één van de telefoons werkt.